Wordt er dit jaar een nieuw diepte record gevestigd in de totale omvang van het Noordpoolijs? Deel 2

Deel 2

Hieronder wat gespeculeer over het zeeijs in het Noordpoolgebied….

SST anomalie en weer…
Met mijn lekeninzicht ken ik een vrij groot gewicht toe aan de zogenaamde SST anomalies in het noordpoolgbied en die zijn volgens mij in cruciale gedeelten van het Noordpoolgebied minder ongunstig (minder positief/ minder warm) dan in het jaar 2007.

Hieronder wordt met behulp van plaatjes de ijsomvang van het jaar 2012 vergeleken met de ijsomvang in het jaar 2007.
Op dit moment (18 Juni 2012) is het grootste deel van het ijs in de Kara zee al verdwenen. Zie daartoe het rood omcirkelde gebied in onderstaande afbeelding 1.
In 2007 was er rond deze tijd van het jaar nog veel ijs in de kara zee welke uiteindelijk volledig wegsmolt (rood omcirkeld gebied in afbeelding 2).

Verder is er momenteel voor de tijd van het jaar al veel open water in de Beaufortzee (blauw omcirkeld gebied in afbeelding 1).

Afbeelding 1

Het makkelijker weg te smelten ijs van de Kara Zee was in 2007 rond deze tijd (18 Juni) nog veel minder weggesmolten dan nu het geval is (rood omcirkeld gebied in afbeelding 2). Alleen al vanwege laatstgenoemde kan het jaar 2007 wat betreft lage omvang van het zeeijs zeker vanaf de komende maand juli extra snel gaan inlopen op dit jaar (2012).

Wat verder opvalt is dat in het jaar 2007 al heel vroeg in het jaar grote delen van de Chuckchi Zee en de Laptev Zee ijsvrij waren (het wit en geel omcirkelde gebied in afbeelding 2).
Het zeeijs in de Beaufort zee was in 2007 (het blauw omcirkelde gebied in afbeelding 2) omvangrijker dan nu het geval is.

Afbeelding 2

In de hieronder geplaatste afbeeldingen 3 t/m 5 is te zien dat gemiddeld over juni 2007 (afbeelding 4) het oppervlakte water in grote delen van de Chuckchi Zee en de Laptev Zee al noemenswaardig warmer was dan nu (afbeelding 3, 18 juni 2012) het geval is. In juli 2007 (afbeelding 5) was al in een enorm groot deel van het arctisch zeegebied het oppervlakte water flink aan de hoge kant.

Afbeelding 3

Gemiddeld over juni 2007 waren de water oppervlakte temperaturen in grote delen van de Chuckchi Zee en de Laptev Zee al behoorlijk te warm voor de tijd van het jaar. In sommige delen zelfs meer dan 5 graden te warm. Het betreft de in afbeelding 4 omcirkelde gebieden:

Afbeelding 4

Gemiddeld over juli 2007 (afbeelding 5) was in een enorm groot deel van het arctisch zeegebied het oppervlakte water flink aan de hoge kant.
Ik zie laatstgenoemde in Juli van dit jaar nog niet zo snel gebeuren, of het weer moet de komende weken in die streken extreme vormen gaan aannemen.

Afbeelding 5

Waarom ik een groot gewicht aan SST anomalie in het noordpoolgebied toeken:
De warmtecapaciteit van water is veel groter dan die van lucht. Het warme zeewater bevat veel latente warmte (inertia) waardoor, wanneer de atmosfeer flink afkoelt, het warme zeewater veel langzamer afkoelt en daardoor nog extra lang het omringende zeeijs kan laten smelten (en ook de direct er bovenliggende atmosfeer extra lang warm houden).
Of anders geformuleerd:
Vanwege de veel grotere warmtecapaciteit van water is het positieve temperatuurverschil tussen enerzijds grote gebieden met voor de tijd van het jaar flink warm oppervlakte water en anderzijds het omringende ijs [of ijsschoten welke het warme oppervlakte water binnen drijven, vermenging oppervlakte water met het omringende ijs] meestal standvastiger (langduriger) van aard dan het positieve temperatuurverschil tussen het ijs en de bovenliggende luchtlaag.
Met positief temperatuurverschil wordt ten eerste bedoeld dat de temperatuur van het oppervlakte water minus de temperatuur van het zeeijs groter dan nul is (positief). Als in de zomermaanden de temperatuur van het zeeijs ongeveer nul graden Celsius bedraagt en die van het omringende oppervlakte water bijvoorbeeld 5 graden, dan is er een positief temperatuurverschil van 5 graden. Met positief temperatuurverschil wordt ten tweede bedoeld dat de temperatuur van de lucht boven het zeeijs minus de temperatuur van het zeeijs groter dan nul (positief) is.

De lucht boven het zeeijs zal, wanneer boven het poolgebied de herfst nadert en de zon steeds lager boven de horizon komt te staan, vanwege haar relatief lage warmtecapaciteit veel sneller afkoelen dan het relatief warme (nog niet met ijs bedekte) oppervlakte water. Water heeft namelijk een relatief grote warmtecapaciteit.

Heel belangrijk: wat gaat het weer doen?
Volgens mijn lekeninzicht was het weer de afgelopen weken ongunstig om de afsmelt van ijs te beperken. Lange tijd was er sprake van een zogenaamde dipole (hogedruk boven bijvoorbeeld de Beaufort zee en lage druk boven bijvoorbeeld de Barentszee), waardoor er onder het hogedruk gebied extra veel zonne instraling was en tussen beide systemen (het hoge en lage drukgebied) gedurende een lange periode warme lucht uit het zuiden over onder andere het kerngebied van de Noordpool werd aangevoerd (transportwarmte).
Natuurlijk speelt ook windkracht en luchtvochtigheid (in verband met dauwpunt) een belangrijke rol, maar dat wordt me te ingewikkeld.
Net als in 2007 is er nu (2012) rond de ‘langste dag van het jaar (21 Juni)’ sprake van een wat gunstiger weerpatroon, zodat de ijsmelt wat vertraging kan ondergaan.
Afwachten maar weer wat het weer de komende weken gaat doen. Als het weer de komende weken structureel ongunstig wordt, kan het naar mijn bescheiden mening nog spannend worden in verband met een nieuw diepterecord voor de minimale zee ijs omvang. Maar ik verwacht dat het weer de komende weken minder ongunstig gaat uitpakken dan in het jaar 2007 het geval was.

Verwachting: Ondanks dat rond deze tijd (van het jaar) in het jaar 2007 de ijsomvang nog noemenswaardig groter was dan nu, is mijn intuitieve verwachting dat dit jaar het minimum van 2007 niet overtroffen zal worden (niet nog lager gaat uitvallen dan in 2007).

Samengevat:
Ik ken een groot gewicht toe aan de SST anomalie. In het jaar 2007 was er ‘gemiddeld over de maand Juni’ in een groot deel van de Laptev Zee en de chuckti zee al sprake van behoorlijk positieve SST anomalies. In juli 2007 groeiden die twee warm oppervlaktewater gebieden naar elkaar toe en ‘dankzij’ een structureel ongunstig atmosferische patroon kon het uitbreidende ijsvrije water steeds warmer worden en het omliggende ijs extra ‘aantasten’ (extra snel laten smelten).
Als het weer de komende weken niet structureel ongunstig wordt (bijvoorbeeld aanhoudende krachtige dipole situatie boven noordpoolgebied), verwacht ik dat de minimale zeeomvang van het jaar 2007 dit jaar (2012) niet nog verder naar beneden bijgesteld gaat worden.

Over paradoxnl

Man, 60 jaar, Nederland.
Dit bericht werd geplaatst in Uncategorized. Bookmark de permalink .

Plaats een reactie